donderdag 12 maart 2009

Van Tjielp Tjielp het literaire maar zo zo

“Hé Huubke?”
“Ja Marcske!”
“Ga je mee naar de boekwinkel?”
“Nee!”
“Jij bent toch zo’n lezer?”
“Ik ga niet!”
“Het is boekenweek!?”
Nee nee - nee nee nee
nee nee nee - nee nee
nee nee nee nee nee nee
nee nee nee.

“Waar slaat dat nou weer op?”
“Nou dan zal ik het anders formuleren:
Shit shit - shit shit shit
shit shit shit - shit shit
shit shit shit shit shit shit
shit shit shit.

“Wat mankeer jij nou joh?”
“Marc, het is kinderachtig, niet leuk en gewoon debiel. Kunnen ze nóg dieper op hun hurken gaan zitten? En die poëzie van Hanlo, dat kan me kleine zusje ook!”
“Dat kan jij zelf nog wel!”
“Ja, leuk hoor. Hahaha, wat moet ik lachen. Ik koop deze week gewoon géén boek!”
“En ik koop deze week nou eens een keer lekker wél een boek.”
“‘Ik dacht dat hij zo’n groot schrijver was’, zei de bioloog tegen de literator. ‘En ik dacht dat hij een belangrijke bioloog was’ zei de letterkundige.”
“Wie?”
“Een oud grapje over Dick Hillenius, dat we nou weer mooi voor Midas Dekkers kunnen gebruiken.”
“Hou jij soms niet van dieren of zo?”
Woef woef - woef woef woef
woef woef woef - woef woef
woef woef woef woef woef woef
woef woef woef.

“Ja, nou weten we het wel.”

Maar de volgende dag, toen Litlle Marc een mooi boekenweekgeschenk had gekregen, wilde Dik Huubke het maar al te graag hebben.



Miauw miauw - miauw miauw miauw
miauw miauw miauw - miauw miauw
miauw miauw miauw miauw miauw miauw
miauw miauw miauw
,” zei hij poeslief.

Geen opmerkingen: