vrijdag 29 april 2011

Een langdurig proces

Hier zou – nooit eigenlijk zeggen, zou Annemarie Oster schrijven – een verhaal moeten komen over een rechtszaak. Met Dik Huubke, desnoods met geblondeerd haar, in het beklaagdenbankje. Zijn confrère Little Marc M. stond hem bij als advocaat. De tenlastelegging had betrekking op Dik Huubke’s voorstel voortaan alle Nederlandse vrouwen, ook die van allochtone komaf, koningin te noemen. En desgewenst ook als zodanig verklede mannen.

Als getuige-deskundige zou door het Openbaar Ministerie mevrouw Lieteke van Vucht Tijssen opgeroepen zijn, voorzitter van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, een belangrijk adviesorgaan binnen de Taalunie, die verklaard had dat in het Nederlands ‘Koninginnedag’ zonder tussen-n wordt gespeld, omdat er nu eenmaal maar één Koningin is.

Little Marc M. – goed voorbeeld doet goed volgen – zou de objectiviteit van de getuige-deskundige in twijfel trekken. Zij zou met vlaggetje, hoedje en toeter deelgenomen hebben aan een bijeenkomst waar in ruime mate oranjebitter werd gedronken. De rechter wilde hier echter geen onderzoek naar laten doen, wat hem op een wrakingsverzoek kwam te staan.

Maar ja, het verhaal gaat niet door. Wij hebben geen tijd voor dit soort langdurige processen. Daar moet je een populistische politicus voor zijn.

donderdag 21 april 2011

Het lieve leven op het Brabantse land

Moppen moet je nooit uitleggen. Dan zijn het geen goede moppen meer. Maar wat moet jij nu, lieve lezeres met je kosmopolitische inslag, als de cartoon alleen op Boxtel en omgeving betrekking heeft?

Misschien herinner je je de blogtekst Limericks in Liempde nog, van twee jaar geleden. In dat dorp in de Gemeente Boxtel wordt ieder jaar een nostalgische Boerenmert gehouden. Dat is Liempds voor Boerenmarkt. Van heinde en verre komt men verkleed als boer naar Liempde, om daar spekstruif en wordt te eten en bier te drinken en te genieten van oude ambachten en demonstraties ploegen en dorsen. De grootste attractie is dit jaar een zestienspan: een heuse koets met zestien paarden ervoor. Het zal weer storm lopen. Alle weilanden rondom het dorp worden eventjes als parkeerterrein in gebruik genomen.

Niet op tweede Paasdag, maar op alle andere dagen van het jaar, zijn er parkeerproblemen in Boxtel zelf. Ook daar hebben we al vaak over geschreven. Samenvattend komt het hier op neer: er zijn al te weinig parkeerplaatsen, volgens frequente autogebruikers tenminste, en er leeft al decennialang de hartstochtelijke wens onder de meer groen gemutste Boxtelse inwoners om de markt autovrij te maken. Rondom de Markt staan behalve het Gemeentehuis bijna alleen café’s en restaurantjes en wat zou het mooi zijn als we het hele plein vol konden zetten met bomen en terrasjes. Het nieuwe college, en dan met name verkeerswethouder Van der Zande, heeft nu het plan geopperd om aan de andere kant van het Gemeentehuis een parkeerterrein aan te leggen. Een parkeertuin zou het zelfs moeten worden, waar de auto’s onder de bomen staan. Een goed plan, ware het niet dat daarvoor de geliefde hofvijver en vooral een oude boomgaard moeten wijken. Van die boomgaard zijn wij Boxtelaren echt idolaat. Waarschijnlijk heeft de wethouder om de pijn te verzachten zijn gewenste parkeerterrein het ‘Plan Boomgaert’ gedoopt. Ik ben een beetje woorbdlind en lees steeds hardop ‘Boomga-erwt’, maar daar hoef jij, lieve prinses, niet wakker van te liggen. Ook de meer belezen intellectuele hoekstenen van de Boxtelse samenleving hebben zich krachtig tegen het plan uitgesproken. Er ontstaond een sfeer van Noord-Afrikaanse proporties. Bijna was er een revolutie uitgebroken.
Vandaag op het eind van de middag verscheen onze nieuwste cartoon in Brabants Centrum. En met succes: gisteren heeft de raadscommissie het hele Plan Boomgaert van tafel gehaald. Met humor kun je veel bereiken. Binnenkort schrijf ik je weer. Little Marc en Dik Huubke hebben nog veel meer ideeën om een betoverende glimlach op je gelaat te toveren.

donderdag 14 april 2011

De lepidopterist

Mooie meisjes zijn net kleine kinderen.
Ze blijven zo lang als 't kan vlinderen.
Voor wie hen in de weide
met een picknick verblijden,
zal dat de pret niet verminderen.

donderdag 7 april 2011

De propositie

Iedereen met enige ervaring weet het. Er zijn twee soorten politici:
  • degenen die alles in het werk stellen om hun plannen zo snel mogelijk door te voeren
  • en degenen die altijd beren op de weg zien en daarom iedere verandering willen tegenhouden.
Laten we de tweede partij voor het gemak maar even de oppositie noemen. Over de positie van de oppositie kunnen we helder zijn: of ze zich nu links of rechts noemt, de oppositie houdt bij voorkeur de proposities van de regerende partijen tegen, ze traineren, ondermijnen, protesteren of proberen in elk geval zo veel mogelijk scherpe kantjes van het regeringsbeleid af te slijpen. Helaas is een gemakzuchtige naam voor de eerste groep een stuk lastiger. Woorden als 'propositie' en 'depositie' zouden van pas kunnen komen, ware het niet dat zij nooit in deze betekenis worden gebruikt. Ik stel voor dat we het woord 'doordrukkers' gebruiken.

Bij de grote teen is, anders dan bij de duim, geen oppositie mogelijk. De grote teen is stevig. Het fundament van de waarheid. Twijfel bestaat niet, zelfs niet als de waarheid stinkt als een nagelkaas. De duim is daarentegen een sprookjesfiguur. Hij zweeft, fantaseert en wekt zo van nature weerwoord op. Politici aan de macht, doordrukkers dus, stellen hun proposities dan ook het liefste voor als grote tenen. Het is zo, het moet, de bezuinigingen zijn onvermijdelijk, anders stijgen de kosten en wordt alles onbetaalbaar en dat is een ramp. In werkelijkheid zijn hun verhalen meestal uit hun grote dikke duim gezogen.

Marcel van Dam ageert al tientallen jaren tegen de kromme redeneringen en kreupele analyses waarmee politici van links en van rechts de feiten naar hun hand proberen te zetten. Vandaag gaf hij daar weer een fantastisch voorbeeld van in zijn column in De Volkskrant. Hij is uitgegroeid tot een metapoliticus, die in politieke taal de politieke taal beschrijft ...

In Boxtel geeft Accordeonorkest De Doordrukkers op zondag 10 april een concert in gemeenschapshuis De Walnoot, één van de laatste instellingen in de wereld zonder eigen website.

donderdag 31 maart 2011

Het coloriet van de kleuradviseur

 In de jaren negentig van de vorig eeuw dreigde het helemaal mis te gaan in Boxtel Woonstichting Sint Joseph liet appartementen bouwen voor de sociale huursector. De kleurenblinde architect schreef pimpelpaarse deuren, witte kozijnen met grijze en helblauwe panelen, knalgele boegboorden en beige lateien voor. Dat alles gecombineerd met gele en bruine metselstenen. Als de zon schijnt, lijkt het nog iets. Maar als het regent worden bij alle passanten de wangen nat. Gelukkig is de Gemeente Boxtel tot inzicht gekomen. Sindsdien wordt bij ieder project kleurenadviseur Drs. S. Hops ingeschakeld. Het Nieuw Humoristisch Front wist hem te verleiden tot een exclusief interview.

Hoe bepaalt u welke kleuren bij een project passen?
Gul lachend steekt de heer Hops onmiddellijk van wal. Die vraag is hem vaker gesteld: “Welke kleuren bij een project passen, hangt volledig van de doelstelling en de doelgroep af. Welke uitstraling een gebouw moet hebben, wie er komt te wonen, is het voor ouderen of voor jongeren, welke kleuren passen in de omgeving, hoe wordt het straatmeubilair ingericht. Al dat soort vragen. Wanneer dat niet aan de orde wordt gesteld, gaat het gegarandeerd mis en is niemand tevreden.”

Welke kleur past er dan bijvoorbeeld bij jongerenhuisvesting?
Als de heer Hops zijn armen spreidt en zijn grote handen opent, spat het charisma als het ware in het rond. Zijn levendige gezicht spreekt boekdelen. Met veel flair legt hij zijn argumenten aan ons voor: “Bij een woningbouwproject voor jongeren, krijgt de omgeving door de bewoners vanzelf kleur. De jeugd verlevendigt de woonomgeving al was het alleen maar door zijn aanwezigheid. De basiskleuren van het project moeten dan vooral rust brengen. Mijn advies is in zo’n geval grijs. Grijs is de ideale kleur om ook een rommelige, jeugdige, flitsende omgeving een zekere chique en rust mee te geven.”

Er worden in Boxtel tegenwoordig ook erg veel appartementen voor ouderen gebouwd. Hoe kijkt u daar tegen aan?
Met hoog opgetrokken wenkbrauwen boven een olijke oogopslag vervolgt de heer Hops: “In dat geval ligt het heel anders. Ouderen zijn niet zo kleurrijk.” Hij heeft er schik in: “Zij hebben vooral veel behoefte aan rust en zijn over het algemeen behoorlijk conservatief in hun kleurkeuze. Kleurvast noemen wij dat in jargon. In zo’n geval zou ik beslist voor grijs kiezen. Dat geeft uitstraling.”

Welke kleurstelling zou u in dergelijke gevallen dan kiezen voor wat u het straatmeubilair noemt?
Hops buigt zich naar voren en fluistert: “Ook dat kan weer heel verschillend liggen.” Dan lacht hij weer en verkondigt zijn visie met luide stemme: “U mag gerust weten dat er een enorm gamma aan kleuren beschikbaar is. Het hele spectrum en nog veel meer. Dat moet je in de kleurafweging meenemen. In winkelstraten en op pleinen zoals de Markt is de logische keuze voor de lantaarnpalen overduidelijk grijs. In woonwijken met veel sociale woningbouw daarentegen kies ik bij straatarmaturen liever voor grijs en in chiquere buurten, waar totaal andere keuzes gemaakt dienen te worden, moet zondermeer qua metalen oppervlakken van openbare verlichting voor grijs worden gekozen. Uiteraard dien je dat te combineren met een grondig advies voor afvalbakken, brugleuningen en wat dies meer zij. Die moeten sterke contrasterende kleuren krijgen, bijvoorbeeld grijs of grijs. De meeste kleuradviseurs durven zo'n enorme variëteit niet aan. Ze lijken soms wel chromatofoob en dan wordt de wereld erg eentonig.”

donderdag 24 maart 2011

In training

Sorry mensen. Schaken is zo serieus, daar maak ik geen grappen over. Kijk liever eens op mijn schaakblog.

Het Goed

Kringloopwinkels zijn hot. Ze helpen de vergrijzende samenleving bij sterfgevallen van de overtollige erfstukken af en voorzien tegelijkertijd iedereen die voor zijn eurocenten veul voor weinig wil krijgen aan fantastische voordelige spulletjes. Boeren, burgers en buitenlui, zelfs de milieuactivisten vinden Het Goed. Zo niet de Gemeente Boxtel.

Wat is het geval: Het Goed heeft, net zoals het benzinestation een eindje verderop, een barretje ingericht waar de klanten heel voordelig koffie, thee, fris en een broodje kunnen kopen. Harstikke leuk. Even shoppen wordt zo een gezellig uitstapje. Maar ja, Horeca staat op Industrieterrein Ladonk niet in het bestemmingsplan!

Zo ziet u maar: niet alleen tweedehands koffiezetapparaten kampen regelmatig met verkalkte leidingen!