Aan het woord is medialoog Prof. Dr. Wil Staar van de Universiteit van Aalsmeer. Al in 1965 toonde hij in zijn proefschrift Mies, Piste, Voor de vuist weg aan dat Nederland zich behalve met Rembrandt en de Deltawerken vooral internationaal onderscheidt door het televisieaanbod. Hij vreest echter voor een breuk met deze traditie. Voor het Nieuw Humoristisch Front reden genoeg om hem aan een scherp interview te onderwerpen. Maar al voordat we een vraag kunnen stellen, steekt Prof. Staar van wal.
“Uit ons nieuwste onderzoek blijkt dat jongeren denken dat de televisie louter een medium is waarmee giechelende relnichten programma’s presenteren die ze zelf niet eens serieus nemen. Ouderen haken vooral af door de vele knallende jingles die het gesproken woord overstemmen, de stemmingmakerij, en het feit dat journalisten als Clairy Polak steeds opnieuw een klip en klaar “Ja” of “Nee” eisen op waarom-vragen.”
Misschien dat onze gelaatsuitdrukking of lichaamstaal de vraag verraadt of dat dan niet gewoon de feiten zijn, maar in elk geval geven wij geen kik. De professor antwoordt met een wazige blik:
“Nee, dat zie ik glashelder. De televisie is zoveel meer. Wij hebben een enorm aanbod, zowel op het publieke bestel als op de commerciële zenders. Voor eenieder wat wilds. En toch zijn er programma’s die er geweldig uitspringen en ineens miljoenen kijkers trekken. Om mee te kunnen in de maatschappij zullen jongeren en ouderen, maar ook de nieuwkomers in ons land, van deze programma’s kennis moeten nemen.”
“Wat wilt u daar dan aan doen?” hadden wij willen vragen. Maar de professor is ons voor.
“Daarom moet er, net als we voor de vaderlandse geschiedenis hebben samengesteld, een canon komen. Een kijkcijfercanon. De programma’s die daarop staan, horen bij de onmisbare algemene ontwikkeling van jong en oud. En de canon moet ook opgenomen worden in inburgeringscursussen. Ons voorlopige voorstel ziet er als volgt uit, maar ook oudere programma’s zoals Mies, Piste, Voor de Vuist Weg en De Elf Stedentochten moeten natuurlijk integraal in de canon worden opgenomen.”
De professor haalt een schema uit zijn binnenzak en terwijl zijn ogen de verre toekomst lijken te zoeken vouwt hij het open:
Wij zijn meteen enthousiast. Dit is de juiste aanpak. Ook wij willen ons bereik uitbreiden.
“Zo’n kijkcijfercanon maakt het eindelijk de moeite waard een kijkcijferkanon te ontwikkelen. Op die manier maak je vluchtigheid voor de eeuwigheid. Iedereen moet die programma’s zien”, vervolgt de professor nog. Maar wij zijn al aan de slag met een nieuw idee. We horen nog net het getik van zijn stok als de professor de studio verlaat.
Ook voor de kijkcijfercanon? Download de cartoon dan hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten