woensdag 29 april 2009

Lintjesregen, een held kan er tegen!


Is het plaatje een beetje klein? Gewoon even erop klikken. Dan wordt het wel duidelijk. U kunt dan meteen de cartoon printen om het lintje uit te knippen.
De inzendtermijn voor de foto's eindigt op 7 mei. Tegelijk met de volgende cartoon verschijnen de foto's en een poll op dit blog zodat de lezers democratisch de vetleren onderscheiding kunnen uitreiken.

donderdag 23 april 2009

Rondje Boxtel

Wat is eigenlijk het antoniem van ‘bedrijvigheid’? Het antoniem van ‘antoniem’ is 'synoniem'. Zullen we het op ‘lijdzaamheid’ houden? ‘Indolentie’ misschien?

Weet u wat: we gebruiken gewoon ‘laksigheid’, een mooi neologisme dat precies uitdrukt wat ik bedoel als ik zeg: “Boxtel gaat op korte termijn ten onder: enerzijds aan bedrijvigheid, anderzijds aan laksigheid.”

Kijkt u maar eens om u heen. Boxtel is niet meer om aan te zien:
  • Tegelijkertijd wordt het politionele gat in de Markt volgebouwd en Emmaus gesloopt, waardoor het centrum van weerszijden op een oorlogsgebied in de wederopbouwfase lijkt.
  • Iets buiten het centrum wordt aan de oostkant de Schijndelseweg vernieuwd. Honderden bomen zijn ervoor gesneuveld. Als we het fijnstof dat er vrij komt konden verkopen, zou heel Boxtel inmiddels rentenieren. En het vrachtverkeer uit Schijndel heeft nog steeds geen aansluiting op de A2 en rijdt daarom nu gewoon door een woonwijk.
  • Aan de Schijndelseweg wordt echter nog gewerkt. Nog slechter is men er aan de westzijde van het centrum aan toe. De belangrijkste ontsluitingsweg, de Breukelsestraat, wordt aan het begin gemarkeerd door een afgebrande horecagelegenheid en een failliete snackbar. Verderop staan door een verkeerde keuze in de weglayout her en der auto’s schots en scheef op de trottoirs. Behalve de tientallen winkelpanden die in de afgelopen decennia al provisorisch tot woonhuis zijn omgebouwd, staan er een stuk of tien winkels leeg. Halverwege de straat ligt nóg een puinhoop van een afgebrand pand en ter hoogte van de Parallelweg-Noord stijgen uit het plantsoen walmende gifgassen op van de zich daar al jaren ophopende hondenstront.
  • Maar het navrantste voorbeeld van de combinatie van bedrijvigheid en laksigheid zijn toch wel de Deltawerken die al sinds jaar en dag worden verricht ter hoogte van de brug over de Dommel in de Monseigneur Wilmerstraat.
Heel, heel lang geleden, lag juist hier, bij die brug, het meest pittoreske plekje van Boxtel. Ten zuiden van de brug zag men de Dommel komen aanstromen tussen veel groen en in de verte wat tuinen van in boerenjugendstil opgetrokken panden aan de Molenstraat. Ten noorden van de brug bestond de ene oever uit bosschages met monumentale bomen die de uitlopers vormden van het parklandschap rondom Villa Clerks. De andere oever was een glooiend plantsoen met daarachter een rustig straatje met eenvoudige, maar fraai vormgegeven eengezinswoninkjes met aardige voortuinen. Onder de brug bevond zich een sluisje met een verval van ongeveer een meter en een kanogoot voor het broodnodige vertier. Door het watervalletje van de sluis was de Dommel stroomafwaarts van de brug breed uitgewaaierd tot een fraaie lichtkabbelende plas. O wat was het hier heerlijk toeven op het kleine aanlegsteigertje. Met de voeten in het water. Een pilsje. De avondzon. Hier kon je op een kikker verliefd worden door langs hem of haar heen te kijken. Maar nu helpt zelfs kussen niet meer.

De plek wordt al jaren ontsierd door roestige damwanden die in het water zijn geslagen ter voorbereiding van de aanleg van nieuwe natuur, in dit geval een vistrap, die zes miljoen Euro gaat kosten. Als we de vissen tol laten betalen, zijn we binnen duizend jaar ruimschoots uit de kosten. Bovendien zijn er ter bevordering van de natuur tientallen bomen gekapt. Maar de werkzaamheden beginnen vorm te krijgen: inmiddels is werkeiland Neeltje Jans uit het water opgerezen. Als de planning gehaald wordt, duurt het project nog minstens een jaar of wat en intussen is het broodnodige vertier, het kanovaren dus, geheel uit Boxtel verdwenen. Sterker nog: heel Boxtel is uit het toeristische vizier verdwenen, want het stadje is als een soort Klein-Amsterdam veranderd in één gigantische afzichtelijk bouwput.

Gelukkig hebben enkele ondernemende geesten nu een alternatief bedacht. Een nieuw rondje Boxtel. Met alles erop en eraan!

donderdag 16 april 2009

Limericks in Liempde

Van onze verslaggever ter plaatse: Little Marc.

Ieder jaar als ik met die dikke vetlap naar de Liempdse Boerenmert ga, is het hetzelfde. Het begint bij de ingang. Entree € 2,50. Maar dat is tevens een lot. De hoofdprijs: een half varken. Als hij het kaartje in ontvangst neemt, schiet het hem weer te binnen. Volgens hem is het een gedicht van Kees Tip of Kaye Stip, daar wil ik af wezen, want ik hoor het verschil niet. En omdat ik het al vijfentwintig jaar achter elkaar heb moeten aanhoren, ken ik het uit mijn hoofd.

Een zwijn dat in een grabbelton,
Een ham en zeven worsten won,
Waarna de luidsprekers hem vroegen,
Zich bij de uitgang te vervoegen,
Vervoegde zich daar heel verfijnd
En sprak: ik zwijn, ik heb gezwijnd.

Leuk hè, als je het nog niet kent.

Maar ik ken het dus al lang en dan begint het gezever. Onderweg heeft hij het nog over spekstruif, snert, broodjes worst, bier en de lol die hij vroeger kon maken met Piet en Martien Grilis. Maar eenmaal op de markt, begint hij me aan de kop te zeuren over “light verse”. Dat hij limericks wil gaan schrijven. Dat dat misschien wel de manier is om de crisistijd door te komen. Dat er behoefte is aan humor, omdat de mensen wel eens iets te lachen willen hebben. En ieder jaar is hij weer vergeten dat ik zijn limerick over Liempde al jaren ken.

Een zaaduienteler uit Liempde,
Die nog nooit eens een vrouwtje doorpriemde,
Die liep het gevaar,
Ook al klinkt het wat raar,
Dat zijn zaad in zijn zakkie ontkiemde.

Nou, ik vind hem flauw. En volgens mij kan ie beter. De topper onder de Nederlandstalige limericks is zonder meer deze:

Een zekere Achmad uit Bagdad,
Zat plat met zijn gat op een badmat,
Zo las hij het dagblad,
En iedereen zag dat.
’t Is raar maar in Bagdad daar mag dat.

Wie hem bedacht heeft, weet ik niet, maar het is klasse. Beetje pikant, maar geen ordinair gedoe zoals in de tweede regel van de Liempdse limerick. Achmad stelt de norm. Daar kan Huubkes rijm niet bij in de schaduw staan. OK, de zaaduienteler uit regel 1 en het zakkie in regel 5 matchen aardig, maar dat doorpriemen blijft lui platvloers gerijmel dat mijn poëtisch hart niet raakt en bovendien de helft van de clou al verraadt.

Probeer het eens anders, zeg ik dan ieder jaar. Maar dat schijnt hij te vergeten. Wat denk je van “Een handloze herder uit Liempde” suggereer ik. En dan zegt hij “Waar slaat dat nou weer op?” En ik zeg dat er dan een veel beter vervolg in zit. Maar luisteren doet hij niet meer; hij begint te zingen over “De rokenden boer”, over “Dè is de kunst”, of iets anders uit het onverwoestbare repertoire van De Ploegadoers.

Pas onderweg naar huis kreeg ik het uit mijn kop. Misschien is dit de beste versie:

Een handloze herder uit Liempde,
Zonder vrouw of vriendin of zelfs vrienden.
Werd nimmer gekust,
Liet z’n schapen met rust,
Tot zijn zaad in zijn wolbaal ontkiemde.

“Gij kunt munne zak opblaozen”, zou Piet Grilis er direct achteraan zingen. Maar smerig blijft het. Daar komen we de financiële problemen beslist niet mee te boven. En tekenen doe ik het dan ook niet. Maar die ouderwetse fietsen, de touwslagers, de dorsvlegels. Dat was toch wel mooi. Huubke is ook stil geworden. En nu mijmeren we ons huiswaarts. Trug naor de …


vrijdag 10 april 2009

Omdat het Pasen is

Vooruit, nog eentje dan:

Benedictus de Duitser die zit op Gods troon
Stapelt gotspe op gotspe op zalvende toon.
Niemand houdt straks de woedende massa in toom.
Wat van hem rest past nog net in een kingsizecondoom.


Klik hier voor de andere Humpty Dumpty raadselverzen.

donderdag 9 april 2009

Raadselverzen


In Alice in Wonderland en Through the Looking Glass, de twee meest bekende werken van de briljante Lewis Carroll, figureren allerhande wonderlijke figuren. Humpty Dumpty is waarschijnlijk één van de bekendste. Lewis Carroll ontleende hem aan een kinderversje, een raadselrijm, maar bij Caroll groeit hij uit tot een merkwaardige filosoof die beweert dat hij woorden alles kan laten betekenen wat hij maar wil. Dit in tegenstelling tot namen, want die verwijzen maar naar één persoon of één object.

De meest gebruikelijke tekst van het rijmpje is:

Humpty Dumpty sat on a wall,
Humpty Dumpty had a great fall.
All the king's horses and all the king's men,
Couldn't put Humpty together again.

Lewis Caroll heeft in Through the Looking Glass de laatste regel in de gedachtestroom van Alice veranderd in: “Couldn’t put Humpty Dumpty in his place again.” Alice vindt die laatste regel veel te lang voor echte poëzie. Maar haar discussie met Humpty Dumpty dwaalt al gauw af naar de betekenis van namen. Humpty Dumpty is van mening dat namen een betekenis moeten hebben. Zijn naam is zijn vorm, zegt hij, en inderdaad wordt een Humpty Dumpty in ieder Engels woordenboek omschreven als een kort en dik persoon. Een ‘humpty’ is overigens een poef.
Maar wat is de oplossing van het raadsel?

Er schijnt ooit een kanon de naam Humpty Dumpty te hebben gedragen. In de English Civil War (1642-49) stond het in de toren van St Mary’s Church in Colchester, dat toen bezet was door de royalisten. De toren werd echter in puin geschoten. Noch de cavalerie, noch de infanterie slaagde erin om het kanon terug op zijn plaats te krijgen, wat leidde tot de herovering van de stad door de Parliamentarians.

Ook Koning Richard III (“A horse a horse my kingdom for a horse”) was een korte dikkerd. In de Battle of Bosworth Field werd hij in mootjes gehakt.

Zo zijn er nog allerlei andere historisch verantwoorde oplossingen van het raadsel bekend. Kent u de juiste? Lees dan verder!

Ik weet niet wat de originele tekst van het raadsel is. Daar kan zelfs internet geen uitsluitsel over geven. Wel weet ik dat er allerlei Nederlandse vertalingen in omloop zijn. Ze bevredigen jammer genoeg geen van allen. Speciaal voor het paasfeest waagt het Nieuw Humoristisch Front zich echter graag aan een aantal nieuwe pogingen. Lezers die zelf dichterlijke pretenties hebben, worden van harte uitgenodigd via ‘reacties’ zelf een duit in het dooierzakje te doen.

De Dikke Bertha die stond op een muur.
Helaas sloeg de klok toen haar laatste uur.
Keizer Wilhelm, Von Schlieffen en Friedrich Krupp
Schraapten het struif toen maar van de stoep.


Bovenstaande versie is wellicht historisch verantwoord, maar ligt te ver van het origineel.

Jan Peter Pratertje is de premier.
Ooit slikt hij zichzelf in en valt naar benee.
Priesters en dominees en christenstemvee,
Krijgen dan Haagse Bluf bij het afscheidsdiner.

Dit is misschien al iets beter, maar helaas is onze premier niet kort en dik.

Wouter Kaboutertje zat op een bank
Maar zeeg bij de crisis ineen van de stank.
Bankiers en hun partners verdeelden de pot.
Het hele land riekte nog jaren heel rot.

Mooi actueel, maar misschien een beetje té geëngageerd.

Ik heb er geen zin meer in. U wel? Let dan in godsnaam goed op: de oplossing is altijd een ei!

donderdag 2 april 2009

Ammoniak-ramp of ammonia-kramp

Uit de reacties op dit blog blijkt dat veel mensen denken dat Little Marc en Dik Huubke bij elkaar wonen. Dat is niet het geval. Weliswaar zijn schrijver en tekenaar creatieve beroepen, maar lang niet iedereen in die sector is van de herenliefde. En trouwens: het kan niet uit veiligheidsoogpunt.

Gevaar
Dat laatste behoeft wellicht enige toelichting. Wie niet met de plaatselijke situatie bekend is, moge het vreemd in de oren klinken, maar Boxtel ligt zo’n beetje tussen de drukste snelweg en de drukste spoorlijn van Nederland. Sterker nog: Boxtel puilt aan beide kanten een beetje over die onnatuurlijke grenzen heen. En dat is levensgevaarlijk.

Wie aan de oostkant van Boxtel woont, leeft onder de constante dreiging van fijnstof, CO2-uitstoot, benzinedampen, geluidsoverlast en verkeerscalamiteiten die de A2 met zich meebrengt. En laat daar, op dat idyllische plekje aan de Vorsenpoel, Little Marc nu wonen. Gaat hij er niet op de lange termijn aan ten onder, dan gebeurt het wel snel, want zelfs stripfiguren zijn sterfelijk.

In de buurt van het station is het echter nog gevaarlijker. Met de nadruk op ‘nog’, want binnenkort wordt de dreiging drastisch gereduceerd. Wat is er aan de hand? Heel simpel: ook de treinen verspreiden fijnstof en bovendien is het gevaar van vonkenregens, blikseminslagen en andere minor problems groot. Ten noorden van het station zijn bovendien talloze gelijkvloerse spoorwegovergangen die dag in dag uit hele etmalen liggen te wachten op de kolossale klabbabber en al vele slachtoffers hebben gemaakt. En … er rijden ammoniaktreinen. Als daar iets mee gebeurt, stikt volgens recente schattingen bijna iedereen in een straal van zo’n vierhonderd meter. Precies daar woont Dik Huubke.

Koningin en kroonprins reizen ook niet samen
Beide woonlocaties zijn gekozen omdat indertijd bij de oprichting van Het Nieuw Humoristisch Front, naar analogie van de reisvoorschriften van vorstin en kroonprins, is besloten dat onze twee striphelden nimmer gelijktijdig in oost of west mogen verblijven. Om ook bij een grote ramp de kans op tenminste één overlevende te optimaliseren, verblijven beide onechtelieden alleen als het strikt noodzakelijk is voor de werkzaamheden samen in het centrum.

Statistische cijfers
Het goede nieuws is nu dat Boxtel, na decennialang aan een ammoniakramp te zijn ontsnapt, per 1 januari 2010 definitief van die dreiging wordt bevrijd. Berichtgeving over dit onderwerp in Brabants Centrum van vorige week was voor Little Marc aanleiding genoeg om zijn veiligheidspak uit te trekken en onmiddellijk het voornemen kenbaar te maken bij Dik Huubke in te trekken, die immers in het Stationskwartier woont. Laatstgenoemde stak daar echter een stokje voor. Volgens Dik Huubke is het daarvoor véél te vroeg. Hij beweert over statistisch cijfers te beschikken waaruit blijkt dat gemiddeld eens per twintig jaar een grote treinramp plaatsvindt in deze contreien. Het laatste megatreinongeval vond hier plaats in de nacht van 6 op 7 januari 1989. Het is daarom heel twijfelachtig of Boxtel 1 januari 2010 wel haalt. Bovendien vielen er toen wonder boven wonder geen dodelijke slachtoffers, dus het zou nu wel eens veel ernstiger kunnen aflopen.


Commentaar van betrokkenen
Besloten is dat Little Marc voorlopig in de wijk Oost blijft wonen. Little Marc is erg teleurgesteld. Dik Huubke gaf desgevraagd als commentaar op deze affaire: “Die vent is nota bene kapper. Van mij mogen die treinen blijven rijden.”

Voor reacties op dit blog, klikke men op ‘reacties’.