donderdag 25 februari 2010

Tien kilometer humor

Voor Sven Kramer is het natuurlijk het ergste. Jaren training bleken in een splitsecond voor niets te zijn geweest. Maar voor ons was het ook een drama. Maanden hadden we ons verheugd op goud op de tien kilometer. Op de vijf durfden we niet te gokken. Maar de tien was zeker. Ter verhoging van de feestvreugde hadden we een cartoon bedacht van zo’n grote klasse dat we …

Ach, we bewaren hem maar voor over vier jaar. En ja, hoor, wij hebben ook gauw een grap over de catastrofe gemaakt. Gelukkig is ie nog origineel, want de concurrentie in Hollandhumorland is ongekend groot dezer dagen.

We hadden het idee nog maar net doorgepraat, toen woensdagochtend de eerste mailtjes al binnenkwamen. Een klein overzichtje met dank aan Rob van Meurs:


Donderdagochtend bleek ook Bert Wagendorp in De Volkskrant weer heel leuk. Wij wilden zelf pleiten voor een parlementaire enquête, maar dat kan na zijn ‘commissie van regeringswege’ ook al niet meer.

Maar het beste grapje kwam van Hilbert van der Duim in DWDD van woensdagavond. Ooit reed hij een ronde te weinig op de vijfduizend meter en dat kostte hem de wereldtitel. Hij vertelde dat het hem als hij in het café komt, het maakt niet uit waar, nog altijd een rondje extra kost.

donderdag 18 februari 2010

Analyse en stemadvies

Het carnaval zit er weer op. Tijd om het leven weer aan de serieuze zaken des te wijden. Waarbij natuurlijk vooral de verkiezingen om aandacht vragen.

Little Marc en Dik Huubke hebben zich opgeofferd en het hele carnavalsweekend besteed aan een grondige analyse van de verkiezingsprogramma’s. Niet alleen van de politieke partijen die in Boxtel meedoen. Maar ook van alle andere gemeenten. Op die manier zijn ze tot een conclusie gekomen waar de Stemwijzer en andere van dit soort softe sites wel heel schril bij afsteken. Is het daar nog vrijblijvend en voor ieder wat wils. De conclusie van het Nihuf, zoals het Nieuw Humoristisch Front steeds vaker in de media wordt genoemd, is heel wat steviger. Ieder weldenkend mens zal hem onderschrijven.

donderdag 11 februari 2010

Abdicatie en sleuteloverdracht

We hebben nog wat toeters en trompetten nodig, het liefst een heus valsblaasensemble, maar dan is ons kostje wel gekocht. Hier kunnen we de rest van het jaar op vooruit. Dit wordt een wereldhit!

Hoezee, hoezee, hoezee!
O jee, o, nee, wat nou!

Zoals algemeen bekend
Beneden de grote rivieren
Hoort het hele gouvernement
ook Carnaval te vieren.
Den burger die treedt af
En draagt de sleutel over
Het klinkt misschien heel maf
Maar de Prins die neemt het over.

Hoera, hoera, hoera!
Laten we daar driewerf op klinken.
Eén bier, twee bier, drie bier,
Op zijn gezondheid drinken!

Hoezee, hoezee, hoezee!
O jee, o, nee, wat nou!

Ging het zo maar in Den Haag,
Dan hadden we wat te vieren
Want het wordt zowat een plaag
Hoe ze daar zitten te klieren.
En zelfs de koningin
Moet er eens over denken
Om de sleutel van het land
Aan de jonge prins te schenken.

Hoera, hoera, hoera!
Laten we daar driewerf op klinken.
Eén bier, twee bier, drie bier,
Op haar gezondheid drinken!

Hoezee, hoezee, hoezee!
O jee, o, nee, wat nou!
Hoezee, hoezee, hoezee!
O jee, o, nee, wat nou!

donderdag 4 februari 2010

Jip en Janneke in een boze wereld

Sjors was bij lange na niet de grootste van de klas. Maar hij had het wel voor het zeggen. De meeste kinderen waren een beetje bang voor hem. Ze waren eigenlijk allemaal heel erg voor Sjors of heel erg tegen. Maar van die laatste categorie waren er niet zo veel. De meesten vonden hen maar rotjongens.

Jip wilde graag Sjors’ vriendje zijn. Maar hij was wel een beetje bang voor de rotjongens. Want die probeerden niet alleen Sjors te pesten, maar iedereen die al te duidelijk op zijn hand was.

Eén keer hadden de rotjongens Sjors’ mooiste bouwwerk in de bouwhoek omgegooid. Dat hadden ze geweten. Sjors had een groot rechtvaardigheidsgevoel, vond hij zelf, en hij had hen gruwelijk teruggepakt. Hij was dan wel niet zo groot, maar hij was behoorlijk gehaaid. Hij had het beste speelgoed en hij probeerde al zijn vriendjes te mobiliseren om de rotjongens een hak te zetten. En hij wist dat de allergrootste jongens zich er toch niet mee zouden bemoeien. De ene was zo groot dat hij zijn vadsige lijf nauwelijks onder controle had. En de andere had zoveel geld aan Sjors geleend dat hij zijn mond wel zou houden. Anders zag hij zijn centen misschien nooit meer terug.

Jip wist zich geen raad. Als hij met Sjors meedeed, zou hij misschien klappen beuren. Zelf stond hij ook wel graag met zijn vingertje omhoog om misstanden te veroordelen, maar als het er op aan kwam, was hij niet zo’n held. En bovendien: wat zou Janneke er van vinden. Zij hield niet zo van vechten en Jip was heel erg op Janneke.

Hij had een heel diplomatiek antwoord bedacht, vond hij zelf. Maar nu, achteraf, was Janneke toch boos. Hij had dapper moeten zijn en tegen Sjors moeten zeggen dat hij niet meedeed, vond ze. Ze had makkelijk praten. “Met de kennis van nu …” begon Jip zijn genuanceerde verklaring om alles uit te leggen. En nu was ze helemaal woedend. Hij moest plechtig beloven dat hij het nooit meer zou doen. En dat vond Jip best moeilijk.