donderdag 29 oktober 2009

De Zalm-normen

Eens, heel lang geleden, werd Nederland geregeerd in het paars. Wij van het Nihuf vonden dat een geweldige oplossing. De christelijke filosofie en de bijbehorende claim op een monopolie op ethiek en moraliteit hingen ons al decennialang mijlenver de keel uit. Net als Kees van Kooten woordspeelden wij met verhaspelingen als ‘wormen en aarde’, want alles wat met dood en leven te maken had, werd al eeuwenlang bekwezeld door rasidioten die om de een of andere reden willen geloven wat hun ogen niet zien, wat hun oren niet ruiken, hun neus niet hoort en hun tast niet zint. Maar dat was opeens afgelopen. Eindelijk brak de bevrijdende glimlach van logica en pragmatisme door. Eindelijk waren we bevrijd van die engerds. Het Nihuf was klaar. We konden ermee stoppen.

In die dagen hadden we een Minister van Financiën met een paar merkwaardige trekjes. Hij knipperde met zijn ogen en flipperde met weer andere lichaamsdelen en kon soms geheel onverwacht heel erg hard lachen. Het deed allemaal nauwelijks ter zake, want wat hij vooral erg goed deed was begroten, en wel zo dat er steevast een begrotingsoverschot was. Iedereen vond dat geweldig en wie waren wij om daar tegenin te gaan. Wij dachten zelf dat een begrotingsoverschot net zo fout was als een begrotingstekort. Weliswaar geef je dan niet te veel uit, maar je int wel te veel belasting, dachten wij. Maar dat we er nu echt verstand van hadden, konden we niet zeggen en iedereen vond het goed. Dus we zeiden maar niks.

Jaren later, toen paars uit het modebeeld was verdwenen en de christelijke moraal als nooit te voren weer uit alle krochten en gaten was gekropen en de regering had doordesemd, werd de paarse minister bestuursvoorzitter bij een bekende bank. Een fantastische functie, hem op het lijf geschreven, want net als voorheen zijn ministerie, begrootte zijn bank zodanig dat er veel meer geld aan de klanten in rekening werd gebracht dan er diensten tegenover stonden: een gouden greep die rijkdom en weelde bracht, al was het maar in kleine kring.

De betreffende bank is inmiddels omgevallen. De consumenten pikten het niet meer. Maar de voormalige minister heeft al lang weer een nieuwe post: hij begeleidt de fusie tussen ABN-Amro en Fortis, de twee grootste graaiculturen uit de Nederlandse geschiedenis. Wat zullen de rijken rijk worden. Het is dé manier om de crisis aan te pakken. De lagere klassen hebben geen hulp nodig. Zij krijgen hun buikje wel vol. Desnoods gaan ze vissen.


donderdag 22 oktober 2009

Haar Geheim

Eén van de grootste concurrenten van het Nieuw Humoristisch Front is het maandblad Mijn Geheim. Wij zijn dan ook bijzonder verheugd, dat we een artikel uit dat blad toegespeeld hebben gekregen, dat de redactie niet voor publicatie geschikt vond. Wij wel!

Hij palmde mij helemaal in
Toen ik hem leerde kennen, was het niet meteen liefde op het eerste gezicht. Hij was best aardig, dat zag ik ook wel, maar vooral een beetje pafferig. Een playboy van de bovenste plank. Maar één ding is zeker: hij wist me al snel in te palmen. Ik had een goede baan bij een bank in Manhattan en was van huis uit wel enige luxe gewend, maar waar hij mee voor de dag kwam, was van andere orde. Hij woonde in een enorme suite in één van de duurste hotels van de stad, hij liet zich rondrijden in limousines en bleek vrijelijk te kunnen beschikken over een Boeing om allerlei uitstapjes te kunnen maken. Die was niet van hem, beweerde hij, maar zowel de crew als het toestel stonden dag en nacht voor hem klaar. Bovendien overlaadde hij me met cadeaus. Dure cadeaus. En het is waar: diamonds are a girl’s best friend!

Een stinkrijke familie
Waar al dat geld vandaan kwam, was me een raadsel. Hij deed hoegenaamd niets, al beweerde hij dat hij manager was. Iets in windhandel begreep ik eerst, maar het lag toch kennelijk anders. Veel bijzonders kon het niet zijn, want bepaald slim kwam hij niet over. Na enige tijd kwam ik erachter dat hij tot de meest roemruchte families van Europa behoorde. Al eeuwenlang enorm vermogend, maar niemand kon me vertellen waar ze dat onmetelijke kapitaal aan te danken hadden.

Onze trouwpartij was overweldigend. Buitengewoon chic, met zeer veel gasten ook. Alles werd zelfs op de televisie uitgezonden. Maar de mooiste dag uit mijn leven werd het niet. Mijn vader was niet goed genoeg voor de adellijke kringen waarin ik me plotseling bevond. Te min. Hij was dus niet welkom en mijn moeder ook niet. Ik heb gedurende de hele misviering zitten huilen. En achteraf bleek het niet eens een mis, maar een of andere protestante eredienst die ze hier in Europa oecumenisch noemen.

We kregen snel achter elkaar drie kinderen. En al deed manlief nog steeds geen ene donder, ik was redelijk gelukkig. Bij de doop van de kinderen mochten mijn ouders tot mijn grote opluchting aanwezig zijn en de luxe waarin wij allen baadden, vergoedde veel.

Duistere zaken
Helaas sloeg enkele jaren later het noodlot toe. Om de een of andere reden mochten we het vliegtuig niet meer gebruiken. Het geld stroomde ook niet meer volautomatisch binnen. Het gonsde overal om ons heen van de geruchten, leek het wel, maar de familie hield alle informatie voor me achter. Ze fluisterden, of maakten hun zinnen zo ingewikkeld dat ik hen niet kon begrijpen. Meestal spraken ze trouwens Duits, want van origine komt de familie uit Duitsland. Ik beheers de landstaal hier nog altijd niet volledig, laat staan dat ik Duits versta, maar ik had wel door dat er iets broeide. Tot overmaat van ramp werden we overal waar we kwamen omringd door persmuskieten en paparazzi. Het werd met de dag erger.

Op mijn blote knieën heb ik hem gesmeekt zich terug te trekken uit de duistere zaken waar zijn familie in was betrokken. Dagen aan een stuk heb ik gebeden en gehuild. Daarop beloofde hij dat hij een villa voor me zou bouwen, op het mooiste plekje van de wereld, en dat we ons daar voortaan konden terugtrekken.

Halsoverkop gevlucht
Ik geloofde het maar half. En het duurde en duurde maar. Ik was een zenuwinstorting nabij. Maar op zekere dag kwam hij thuis. Halsoverkop. Ik hoorde hem met gierende banden in zijn oranje Spyker over de oprijlaan scheuren. Hij beval me onmiddellijk de koffers te pakken, de kinderen uit bed te halen en vliegtickets te boeken naar een belachelijke bestemming in een ver Afrikaans land. “Doe het even lekker zelf”, flapte ik eruit. Hij liep paars aan van woede en even was ik bang dat hij me zou slaan, maar toen zei hij: “Dat kan niet. We moeten reizen onder een andere naam. Jou kennen ze ook, maar jij komt er wel mee weg. Ik zeker niet.”


Nou, ik begreep donders goed hoe de bel er bij hing. Ik heb geen moment getwijfeld en het eerste het beste reisbureau gebeld. “Boek Economy Class!” riep mijn man. “En vooral vlug. Doe het maar op de naam Van Buuren. Ik regel wel paspoorten.”

De tickets waren spotgoedkoop. € 1 enkele reis en ik ben beslist niet van plan ooit nog terug te keren. Mijn man protesteerde nog even dat ik luchthavenbelasting had betaald. “Wij betalen geen belasting”, zei hij. “Had dat dan even via mijn tante geregeld. Of had mijn moeder gebeld!” “Was daar dan nog tijd voor?” vroeg ik. “Nee, natuurlijk niet”, zei hij: “’t Is meer een principekwestie!”


Pas in het vliegtuig kwam ik tot rust. Ik begreep ook meteen waarom een vlucht (vuelo) in het Nederlands een vlucht (huida) heet. Net als in het Engels trouwens. De stoelen waren wel behoorlijk krap, vooral voor mijn man, maar ik was al lang blij. Een stewardess, die mijn man in zijn veel te krappe stoeltje kennelijk herkende, maakte nog een of andere opmerking waar iedereen hartelijk om moest lachen, maar die ik niet begreep. Maar toen ben ik lekker tegen zijn brede schouder in slaap gevallen. Heerlijk.


Eind goed al goed
Tijdens de maaltijd, met zo’n klein poppenbestekje waar niemand een ander mee kan verwonden (dat zijn wij in de eerste klas niet gewend, laat staan in onze eigen jet), vertrouwde hij me zelfs toe dat hij niet in de windhandel zat, maar in het watermanagement. What ever! We moeten straks nog uren in een 4-wheeldrive over onbegaanbare wegen door de jungle en over kale pistes rijden, maar het huis schijnt af te zijn. Ik verheug me nu al op een douche, want wat is het toch allemaal klam en klef.

In elk geval mail ik dit bericht nu al vast via mijn laptop. Hier in het vliegtuig heb ik nog bereik. Op de bestemming weet ik dat niet zeker. Van mij mag dit geheim worden gepubliceerd. Wat was ik ongelukkig. Maar nou komt alles weer goed.

donderdag 15 oktober 2009

Bijna te laat

Wij moesten de cartoon naar Brabants Centrum brengen. En we zaten in Oost. Nou zijn we geboren en getogen in Boxtel, dus we menen toch wel een beetje de weg te kennen, maar dat viel niet mee. Ach, we kunnen er lang over zeuren, maar leuker kunnen we het niet maken. En belachelijker ook niet.

Uit betrouwbare bron

Van niemand minder dan Kees Cloin ontvingen wij de notulen van de bespreking van directeur-generaal Siebe Riedstra van het Ministerie van Verkeer- en Waterstaat met Burgemeester van Beers en Wethouder Van Erp uit Boxtel. Wij willen u een en ander niet onthouden! Bedankt Kees.

Notulen bespreking met de directeur-generaal Siebe Riedstra (salaris 3 Balkenende)
dd. 2 oktober in Den Haag.

Onderwerp: Infrastructuur en Spoorwegen.

-Begin transcript-
Van Beers: Goede middag mijnheer Riedstra.
Riedstra: En wie bent u samen?
Van Beers: Ik ben burgemeester Van Beers en schuin achter mij staat wethouder Van Erp.
Riedstra: En waar komen jullie vandaan en wat kan ik voor jullie doen?
Van Beers: Wij komen uit Boxtel, het centrum van Het Groene Woud en we hebben veel last van de treinen.
Riedstra: Dat is vast vervelend. Maar U zal wel een plan hebben om dit op te lossen.
Van Beers: Nee mijnheer, dat hebben we niet. Onze wethouder komt er al 12 jaar niet uit.
Riedstra: Dus U heeft geen plan? Geen enkel idee?
Van Beers: Nee mijnheer. Dat hebben we niet.
Riedstra: Maar U zal toch wel een globale begroting hebben?
Van Beers: Nee mijnheer Riedstra.
Riedstra: Maar beste burgemeester en wethouder: wat moet ik dan hiermee? Wat komt U hier eigenlijk doen??
Van Beers: Wij zouden het ook niet weten mijnheer.
Riedstra: Nou Heren, bedankt voor de informatie en ik wens U een plezierig weekend.
Van Beers ( in koor met Van Erp): U ook mijnheer Riedstra en dag mijnheer Riedstra.
-Einde transcript-

donderdag 8 oktober 2009

Onderhandelingsvoorstellen

Wij hebben het natuurlijk nooit willen toegeven, maar zelfs wij worden langzamerhand grijs. Dik Huubke is zelfs al een beetje gezet. Nou, dat zal wel overgaan. Want de crisis heeft ons zwaar getroffen.

Aangezien ons voorstel van twee weken geleden om door haarverf en implantaten de leeftijd van de gemiddelde Nederlander met zes jaar te verlagen niet is opgepakt door de politiek, is heel Nederland in rouw gehuld. De AOW-leeftijd zal nu worden opgetrokken. Verschrikkelijk. Maar het Front zou niet Humoristisch zijn, als wij van het Nihuf nog niet een aantal compromisvoorstellen zouden hebben om het onheil af te wenden.

Marcel van Dam hamert er al maanden op in zijn column in De Volkskrant. Van de redenering dat door de vergrijzing de AOW onbetaalbaar dreigt te worden, klopt geen slopershamer. De AOW wordt grotendeels uit de opbrengst van de inkomstenbelasting betaald, niet uit de AOW-premie. Pensionado’s betalen zelf ook belasting, steeds meer zelfs, want de meesten hebben tegenwoordig een goed pensioen. Verhoging van de AOW-leeftijd is volgens Van Dam dan ook helemaal niet nodig. Nou zal hij net als de meeste politici wel overdrijven, maar meestal heeft hij toch op zijn minst wel een beetje gelijk, al is het maar aan de achterkant. Als we nu gewoon bij wijze van compromis eens ophouden met de AOW-discussie. Dat levert een enorme besparing op zodat we de AOW-leeftijd gewoon op 65 kunnen laten. Want het zijn dure jongens hoor, die over dit soort plannen neuzelen.

Een ander compromisvoorstel is het volgende: als we de AOW-leeftijd nu eens inzet maken van de verkiezingen. CDA, PvdA en ChristenUnie waren er in hun verkiezingsprogramma bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen glashelder over: aan de AOW-leeftijd zou niet worden gemorreld. PV en SP zijn het roerend met hen eens. GroenLinks wilde de AOW zelfs verhogen. Alleen D66 durfde dapper te wezen en natuurlijk de VVD en wat andere marginale partijtjes. Maar met nieuwe verkiezingen zal het wel duidelijk worden wie verhoging van de AOW-leeftijd echt wil en welke partij het in het programma durft te zetten. In het uiterste geval willen we wel tot een nog verdergaand compromis komen, waarin de politieke partijen zich gewoon een keer aan hun verkiezingsbeloften van de vorige keer houden. Ook dan is de AOW-leeftijd van 65 jaar gered.

Zo’n compromis heeft bovendien het voordeel dat we in de komende wintermaanden niet regelmatig op stakende buschauffeurs en treinmachinisten hoeven te wachten. Zo worden we allemaal weer slapende rijk. Gewoon door op tijd met het openbaar vervoer naar ons werk te sluimeren. Alvast gefeliciteerd.

donderdag 1 oktober 2009

Maxima's antwoord


Vorige week was er koninklijk bezoek tijdens een scouting-evenement op Landgoed Velder. Onze eigen razende reporter met de wilde haren droomde al jaren van een interview. Eindelijk zou het er van komen. Maar hij moest in een vooraf afgebakend persvak blijven. Hij kwam niet eens in de buurt. Wat had hij niet allemaal willen vragen? En wat had zij niet kunnen vertellen? De tekening kon helaas alleen een samenvatting geven. Maar het volledige antwoord hebben we in een gedicht vervat.

Ach weet u, in het management,
Da’s algemeen bekend,
Ben je als kerel pas een vent,
Als je het water ment.

Want water is in onze kliek,
Heel hooggeacht en chic,
Milieubewust en sympathiek,
Vooral in Mozambique.

Daar lopen vrouwen van hun hut
Door dorre velden naar de put.
Al eeuwen zijn ze uitgeschud.
Hun kapitaal is kut.

Met emmers op het hoofd gaan zij,
Tezamen zij aan zij.
En o wat zijn wij heden blij,
Want daar, daar bouwen wij.

Wie had dat vroeger ooit geloofd?
We krijgen er een tuin vol ooft,
Mijn manager heeft het beloofd,
Mijn prins, mijn opperhoofd!

En we krijgen ook een kelder,
Zo één van heerlijk helder,
Een zwembad en een kwelder.
Maar ’t is ook mooi op Velder.