In die dagen hadden we een Minister van Financiën met een paar merkwaardige trekjes. Hij knipperde met zijn ogen en flipperde met weer andere lichaamsdelen en kon soms geheel onverwacht heel erg hard lachen. Het deed allemaal nauwelijks ter zake, want wat hij vooral erg goed deed was begroten, en wel zo dat er steevast een begrotingsoverschot was. Iedereen vond dat geweldig en wie waren wij om daar tegenin te gaan. Wij dachten zelf dat een begrotingsoverschot net zo fout was als een begrotingstekort. Weliswaar geef je dan niet te veel uit, maar je int wel te veel belasting, dachten wij. Maar dat we er nu echt verstand van hadden, konden we niet zeggen en iedereen vond het goed. Dus we zeiden maar niks.
Jaren later, toen paars uit het modebeeld was verdwenen en de christelijke moraal als nooit te voren weer uit alle krochten en gaten was gekropen en de regering had doordesemd, werd de paarse minister bestuursvoorzitter bij een bekende bank. Een fantastische functie, hem op het lijf geschreven, want net als voorheen zijn ministerie, begrootte zijn bank zodanig dat er veel meer geld aan de klanten in rekening werd gebracht dan er diensten tegenover stonden: een gouden greep die rijkdom en weelde bracht, al was het maar in kleine kring.
De betreffende bank is inmiddels omgevallen. De consumenten pikten het niet meer. Maar de voormalige minister heeft al lang weer een nieuwe post: hij begeleidt de fusie tussen ABN-Amro en Fortis, de twee grootste graaiculturen uit de Nederlandse geschiedenis. Wat zullen de rijken rijk worden. Het is dé manier om de crisis aan te pakken. De lagere klassen hebben geen hulp nodig. Zij krijgen hun buikje wel vol. Desnoods gaan ze vissen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten