vrijdag 4 maart 2011

Eerste breed gedragen compromis na de verkiezingen nu al een feit

Politiek populairder dan Boer Zoekt Vrouw

Hét icoon van de Nederlandse televisiemakers is Yvonne Jaspers. De kijkcijfers van haar programma Boer zoekt Vrouw zijn dusdanig hoog dat ze in alle praatprogramma’s, zowel de opiniërende en trendy vlotte hippe, als de oubollige saaie truttige, vol bewondering wordt ontvangen. In aanbidding liggen ze bijna, de Mathijsen, de De Grijzen en De Vriesen, de Goossens, de schreeuwleeuwen, de Weesies, Van den Brinken, Knevels en wat er al niet meer aan goedgebekte anchormannen en -vrouwen in het Hilversumse figureert. En terecht, want met haar goudblonde lokken, bruine ogen, mooie alt en vriendelijke glimlach is Yvonne een unieke verschijning in omroepland en ze haalt kijkcijfers waar zelfs voetballers op een WK niet van durven dromen. Dan is bewondering gepast. Hulde!



Heel anders is het gesteld met politiek en politici. Die worden op de televisie met zoveel mogelijk dedain ontvangen. Praatprogramma’s lijken gemaakt om hen belachelijk te maken, te bekritiseren, nooit uit te laten praten en af te zeiken. Want zo hoort het, denkt Hilversum, en dat wil het Nederlandse publiek zien. Het gemulder van Jan Bulder, het gejakhalsklier, het tenenkrommende sarcastricum, alles is toegestaan voor het heilige doel de politiek te kleineren. Televisiedebatten zijn volgens het grootste licht van Nederland, de boven elke kritiek verheven Pauw Witteman, wedstrijdjes en vooral niet bedoeld om de ander te overtuigen. En natuurlijk dansen de politici keurig in zijn paradepas mee, desnoods voorop in de polonaise: daar op dat kruisje moet je gaan staan en dan zonder te hakkelen als een volleerd tonprater grappige grapjes met een klein beetje venijn naar de tegenstander roepen, of – als je wat meer uit de populistische hoek komt – zo bot mogelijke onzin opwerpen waarbij in iedere zin een onder de tokkies impopulaire bevolkingsgroep wordt beledigd. Zó moet het. Dát is goed voor de beeldvorming. Kunnen we de volgende keer niet ook nog een hinderlijk achtergrondmuziekje achter “de minuut van …” zetten en dan gewoon tegelijkertijd al vanaf de eerste seconde hardop aftellen zodat niemand meer zijn punt kan maken?

Zelfs binnen het Humoristisch Front is verdeeldheid ontstaan. “Die verkiezingen, daar zit toch niemand op te wachten”, riep Little Marc toen Dik Huubke een intellectueel hoogstaand staaltje cartoonkunst voorstelde. Elitair en niet leuk, en dat ging het kleine tekenwonder echt niet op papierzetten. Want daar was niemand, maar dan ook niemand in geïnteresseerd. En Dik Huubke voelde niks voor een cartoon over carnaval: platvloers populistisch geslemp, brulde hij. Boeren die hun voorvocht achternalopen! En dat het maar eens afgelopen moest zijn met al die low culture in zichzelf respecterende media.

En nou komt het wonder. Van de 12 miljoen Nederlandse kiesgerechtigden nam ruim 55 procent de moeite zich van de teevee los te scheuren, uit de bank op te staan om de deur uit te gaan met stempas en identiteitsbewijs, naar het stembureau te lopen, daar in de rij te gaan staan, een naam op een onafzienbare lijst te selecteren en daar een vakje bij rood te maken. 6 miljoen en 6 honderdduizend mensen deden dat. Zelfs Ferry Mingele verwaardigde zich te zeggen dat de opkomst dit keer meeviel. De helft was voor en de helft tegen. En Little Marc en Dik Huubke sloten gauw een compromis.

Geen opmerkingen: