Het was een kwestie van leven of dood. Zo ver was het dus al gekomen in de hetzejacht. De rechtervleugelverdediger was op ontslapen na verscheiden. Gelukkig hadden Little Marc en Dik Huubke in hun jonge jaren het doktertje spelen tot ongesubsidieerde kunst verheven. Stilaan was het plastic speelgoed vervangen door echte professionele apparatuur. Uit eigen portemonnee. Maar toen de nood aan de door journalistieke achtervolgingswaan zeer moeilijk ter been zijnde rechtspoot kwam, was het toch even slikken.
Dik Huubke, die het dapperste was, schoor vliegensvlug met zijn Gillette Mach-3 de borstharen van de zwaar ademende patiënt. Daarna desinfecteerde hij de tors met McCallan’s Malt Whisky en nam een stevige slok en de scalpel ter hand. Hij zag hoe de huid eerst wit wegtrok, maar toen hij een beetje kracht zette, spoot er een sierlijk bloedfonteintje uit het eerste aanzetje. “Deppen” riep hij naar zijn assistent, waarna hij onmiddellijk zijn Black & Decker in het borstbeen zette. Het was onduidelijk wie harder krijste, het zaagblad, de patiënt of operatieassistent Little Marc die de tsunami van rondspattende lichaamssappen, botsplinters en vleeshompen waarschijnlijk nooit meer van het plafond zou kunnen krijgen. Maar er was geen tijd te verliezen.
Met twee vleesvorken werd het spierweefsel en de ribbenkast opengesperd. Met beide handen greep Dik Huubke in het kolkende bloed. Met enig wrikken wist hij het hart uit de borstkas te rukken. Little Marc, die inmiddels een camera in stelling had gebracht, probeerde in te zomen.
"Ziet u wel”, sprak Dik Huubke plechtig toen het beeld was scherpgesteld. “Rechts is niet harteloos. Ze lijden alleen aan grotebekkeninstabiliteit.”
En toen hebben ze hem maar gauw dichtgenaaid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten