De therapeut was nog maar net bekomen van de oranje soesjes die hem bij terugkeer in Nederland en masse werden bezorgd, toen hij de schrik van zijn leven kreeg. Hij had het niets voor niks gekregen. Nooit. Maar nu had hij succes. En net nu hij een maatschappelijke status had bereikt, trof hem een ramp. Een onvoorstelbaar verschrikkelijke ramp. Had hij daarom zo hard gevochten?
Als zoon van een te laat op de maatschappelijke veranderingen ingesprongen kolenboer, was hij eind jaren zeventig op een beurs in Amsterdam gaan studeren. Ambitieus als hij was, had hij zich ingeschreven voor microchirurgie. Maar direct na de introductie was hij gestraald. Niet wegens gebrek aan inzet, zeker niet vanwege onvoldoende capaciteiten, maar louter op zijn lichaamsbouw. Die had hij van zijn vader. Iedere typemachine kon na enkele aanslagen naar de schroothoop. Laat staan dat hij een incisie kon maken en die vervolgens dichtnaaien.
Tot overmaat van ramp heerste er in Amsterdam onder studenten een gigantische woningnood. Thuis kon hij niet blijven. Het was erg voor zijn moeder, maar met z’n vader kon hij niet door één deur. Puur uit lijfsbehoud sloot hij zich daarom aan bij de kraakbeweging. En juist die daad zorgde voor een grote ommekeer in zijn leven. Onder de krakers kon hij zijn handen laten wapperen. Hij had er geen enkele moeite mee in no time een barricade op te werpen. En vooral bij het uit de weg ruimen van de blokkades die de speculanten in hun leegstaande panden hadden opgeworpen, werd hij al gauw de specialist bij uitstek. Een paar keer knijpen, een knip met de vingers en de klus was geklaard. Binnen een jaar had hij een enorme reputatie.
Uit pure balorigheid schreef hij zich in voor een studie fysiotherapie en ook dat bleek een fantastische keuze. Nu, bijna dertig jaar later, kon hij bogen op een enorme staat van dienst. Vooral onder de meest geharde sporters was hij een gevierd man. Hij mocht gouden zwemmers en bronzen judoërs onder zijn clientèle rekenen. En zelfs de zo pezige Little Marc vervoegde zich met grote regelmaat op zijn behandeltafel.
Het ging hem goed. Hij kon zelfs zijn moeder een behoorlijke oude dag bieden. Zijn vader was na enkele mislukte experimenten met borrelglaasjes aan de magnumflessen geraakt en spoorloos uit hun leven verdwenen. Maar zelf had hij het goed voor elkaar. Heel goed zelfs.
Het was Little Marc die hem op de hoogte bracht. Hij kende de oude frontsoldaat nog uit zijn actieverleden. Zijn humor was altijd al keihard geweest. Maar dit bericht was niet om te lachen. Wat moest hij nou toch beginnen? Hij was in één klap alles kwijt. Net als zijn vader indertijd toen de mijnen werden gesloten en iedereen overstapte op aardgas. En ineens had hij zin in een borrel.
Vindt u het ook zo erg. Hang dan eens heel activistisch een cartoon voor uw raam. Gewoon even klikken en printen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten