Eindelijk was het dinsdag 1 juli. Wat hadden we daar lang op gewacht. Al jaren zeurden we onze vrouwen de oren van het hoofd of we niet een keertje naar het café mochten. Maar dat mochten we nooit. Onze kleren zouden ervan gaan stinken. Maar op 1 juli mochten we dan toch eindelijk. Want op 1 juli ging het rookverbod in.
En zo zaten wij, Little Marc & Dik Huubke, afgelopen dinsdag al om tien uur ’s morgens aan de toog in zo’n typisch bruin café, zoals we dat alleen in Nederland kennen. Gezellig als het was. Alleen stonk het er nog wel een beetje. Van het vele jaren roken in vroeger tijden, dachten wij, tot we opeens de kroegbaas in het oog kregen.
Die viel namelijk niet zo heel erg op. Jaap Brandligt bleek hij te heten. En hij is de voorzitter van de Stichting Red de Kleine Horeca-ondernemer. Inclusief plateauzolen komt hij nauwelijks boven een barkruk uit. Hij rookt gewoon door en vertelt graag waarom.
“Het is een schande, wat de kleine man in de Horeca wordt aangedaan”, bromde hij. “Rook stijgt op. Dus daar hebben we geen last van. Maar wel van het verbod. Dat gaat ons klanten kosten en zal onherroepelijk leiden tot faillissementen. Gelukkig hebben we veel medestanders.”
“Maar er zijn toch ook mensen die juist meer naar de kroeg gaan omdát er niet gerookt wordt”, sputterde Little Marc tegen. “Kijk maar naar ons”, zei Dik Huubke.
“Jullie zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. Onze klanten roken en drinken. Buiten mogen ze niet drinken omdat we geen terras hebben en binnen mogen ze wegens het rookverbod niet roken. En het is juist die combinatie die we nodig hebben. En de stoep vol peuken mag ook niet”, zei hij, terwijl hij tegelijkertijd diep inhaleerde, wat wij een hele kunst vonden.
“Maar daar is toch wel iets op te verzinnen”, zei Little Marc. En dat had hij beter niet kunnen doen.
“Meeroken is niet ongezond”, brulde Jaap Brandligt. “Dat is wetenschappelijk onderzocht. En bovendien. Wat moeten wij doen. Grote zaken kunnen een rookkamer inrichten. Dat gaat bij ons niet. De voorbereidingstijd is trouwens veel te kort geweest!”
We keken hem verbaasd aan. Een rookverbod, daar hadden ze het in Nederland in 1988 toch al over?
“Wij zijn dag in dag uit, vierentwintig uur per dag bezig onze klanten van een drankje en een rokertje te voorzien. Het is een druk bestaan hoor, als kleine Horeca-ondernemer. Vroeg uit de veren en ver na de kippen op stok. Daar hebben wij helemaal geen tijd voor, voor dit soort geneuzel, bedoel ik.”
En toen schoot ons ineens de oplossing te binnen. Wat zijn we toch sociaal. Misschien krijgen we nou wel een kleintje pils gratis!
Wil je zelf ook wel eens naar een rookvrij café. Steek dan net als Little Marc en Dik Huubke de handen uit de mouwen, load de cartoon down en hang hem voor het raam. Wie weet verdien jij dan ook een biertje.
5 opmerkingen:
Echt leuk wordt het niet ...
wat een pech, de asbakken zijn helemaal nog niet weg, en dus roken de klanten ook nog! want dat is toch hun rech [t].
Weinig realiteitszin, hiero!
Fijn dat jullie eindelijk naar een café kunnen, ben blij dat jullie mijn man niet zijn overigens, want ik hou niet van mannen die zich laten betuttelen door hun vrouwen. Maar deze vrouw kan niet meer naar de café's die ze leuk vindt, want daar mag je niet meer roken. Nee, nu moet ik of naar van die enge café's, want die hebben er gelukkig schijt aan, of thuisblijven. En, oh ja, sociaal zou zijn dat we een keuze zouden hebben, wel of niet roken.
Bareeeeeuuuuhhhhgggg......KOTS!
Een reactie posten