donderdag 31 maart 2011

Het coloriet van de kleuradviseur

 In de jaren negentig van de vorig eeuw dreigde het helemaal mis te gaan in Boxtel Woonstichting Sint Joseph liet appartementen bouwen voor de sociale huursector. De kleurenblinde architect schreef pimpelpaarse deuren, witte kozijnen met grijze en helblauwe panelen, knalgele boegboorden en beige lateien voor. Dat alles gecombineerd met gele en bruine metselstenen. Als de zon schijnt, lijkt het nog iets. Maar als het regent worden bij alle passanten de wangen nat. Gelukkig is de Gemeente Boxtel tot inzicht gekomen. Sindsdien wordt bij ieder project kleurenadviseur Drs. S. Hops ingeschakeld. Het Nieuw Humoristisch Front wist hem te verleiden tot een exclusief interview.

Hoe bepaalt u welke kleuren bij een project passen?
Gul lachend steekt de heer Hops onmiddellijk van wal. Die vraag is hem vaker gesteld: “Welke kleuren bij een project passen, hangt volledig van de doelstelling en de doelgroep af. Welke uitstraling een gebouw moet hebben, wie er komt te wonen, is het voor ouderen of voor jongeren, welke kleuren passen in de omgeving, hoe wordt het straatmeubilair ingericht. Al dat soort vragen. Wanneer dat niet aan de orde wordt gesteld, gaat het gegarandeerd mis en is niemand tevreden.”

Welke kleur past er dan bijvoorbeeld bij jongerenhuisvesting?
Als de heer Hops zijn armen spreidt en zijn grote handen opent, spat het charisma als het ware in het rond. Zijn levendige gezicht spreekt boekdelen. Met veel flair legt hij zijn argumenten aan ons voor: “Bij een woningbouwproject voor jongeren, krijgt de omgeving door de bewoners vanzelf kleur. De jeugd verlevendigt de woonomgeving al was het alleen maar door zijn aanwezigheid. De basiskleuren van het project moeten dan vooral rust brengen. Mijn advies is in zo’n geval grijs. Grijs is de ideale kleur om ook een rommelige, jeugdige, flitsende omgeving een zekere chique en rust mee te geven.”

Er worden in Boxtel tegenwoordig ook erg veel appartementen voor ouderen gebouwd. Hoe kijkt u daar tegen aan?
Met hoog opgetrokken wenkbrauwen boven een olijke oogopslag vervolgt de heer Hops: “In dat geval ligt het heel anders. Ouderen zijn niet zo kleurrijk.” Hij heeft er schik in: “Zij hebben vooral veel behoefte aan rust en zijn over het algemeen behoorlijk conservatief in hun kleurkeuze. Kleurvast noemen wij dat in jargon. In zo’n geval zou ik beslist voor grijs kiezen. Dat geeft uitstraling.”

Welke kleurstelling zou u in dergelijke gevallen dan kiezen voor wat u het straatmeubilair noemt?
Hops buigt zich naar voren en fluistert: “Ook dat kan weer heel verschillend liggen.” Dan lacht hij weer en verkondigt zijn visie met luide stemme: “U mag gerust weten dat er een enorm gamma aan kleuren beschikbaar is. Het hele spectrum en nog veel meer. Dat moet je in de kleurafweging meenemen. In winkelstraten en op pleinen zoals de Markt is de logische keuze voor de lantaarnpalen overduidelijk grijs. In woonwijken met veel sociale woningbouw daarentegen kies ik bij straatarmaturen liever voor grijs en in chiquere buurten, waar totaal andere keuzes gemaakt dienen te worden, moet zondermeer qua metalen oppervlakken van openbare verlichting voor grijs worden gekozen. Uiteraard dien je dat te combineren met een grondig advies voor afvalbakken, brugleuningen en wat dies meer zij. Die moeten sterke contrasterende kleuren krijgen, bijvoorbeeld grijs of grijs. De meeste kleuradviseurs durven zo'n enorme variëteit niet aan. Ze lijken soms wel chromatofoob en dan wordt de wereld erg eentonig.”

Geen opmerkingen: