donderdag 15 januari 2009

Stoertochten

“Berenburg?”
“Helpt tegen alle kwalen. Als ie maar ijs en ijs koud is!”
“Ja, ge moet de ijzers slijpen als het koud is! Ik heb veurige week wel tien marathons gereden.”
“Ik ook joh, met twee vingers in de neus. En da moes ook wel, anders trok ik een breed groen spoor achter me, zo verkouwen waar ik.”
“Ik dach dat die griepepidemie uit België kwaam?”
“Welnee joh. Wat denkte gij van al die schatsers die een nat pak haalden in wakken, plassen en ontdooide vaarten?”
“Nou, dè liep wel los hoor. Zal ik jou us wa zeggen? Volgens mij bestaat die griepepidemie himmel nie!”
“Ja en 't dooit zeker ook nie?”
“Luster nou. Kende gij iemes met de griep?”
“Ja, ikke zelf!”
“Ach joh, gij bent gewoon verkouwen. Nog twee Berenburgers en ’t is over. Nee, echt de griep?”
“M’n schoonmoeder zit altijd te griepen!”
“Ja hoor. Leuk! Ik durf gerust te beweren dè in heel Nederland nog minder griep heerst dan geluk en wijsheid bij de PVV.”
“En waar komen die cijfers dan ammel vandaan? Ziekteverzuim, de griepradar …”
“Ammel smoesjes!”
“Hoezo?”
“Moeste gij veurige week werken?”
“Ja, natuurlijk.”
“En bende gij wisten werken?”
“Nee natuurlijk niet!”
“Dus meneer hèt z’n eigen ziek gemeld! Heb ik gelijk of klopt het?”
“Ja, as ge het zo draait. Berenburgske?”
“Ik zeg nooit nee, maar ik ben nog niet klaar. Moette gij deze week werken?”
“Ja natuurlijk!”
“En bende gij wisten werken?”
“Nee natuurlijk niet. Ik kan zo toch niet werken?”
“Werrom niet?”
“Mee ne gebroken pols?”
“En hedde gij tegen oewen baas verteld dè ge veurige week oewen pols het gebroken bij 't schatsen terwijl ge zogenaamd ziek thuis laag?”
“Nee natuurlijk niet. Ik heb buikgriep van de snert!”

"Berenburg?"

Geen opmerkingen: